Hoofdgebouw Kolonie Ommerschans
Contact
Neem alvast een kijkje
7
Over ons
Op de binnenplaats van de voormalige verdedigingsschans bouwde aannemer Nuis voor f 50.900,-- het voor die tijd grootste gebouw van Nederland. Er verrees een vierkant, kazerneachtige bouwwerk van ongeveer honderd bij honderd meter en twee verdiepingen hoog, dat werd omgeven door een brede gracht.
Na een zware storm in 1836, werd een gedeelte van de westzijde van het gebouw en het hele dak zwaar werd beschadigd, bestond het gebouw (na renovatie) uit één verdieping.
Het dak was gedekt met rode pannen. De toegangspoort bevond zich aan …
Op de binnenplaats van de voormalige verdedigingsschans bouwde aannemer Nuis voor f 50.900,-- het voor die tijd grootste gebouw van Nederland. Er verrees een vierkant, kazerneachtige bouwwerk van ongeveer honderd bij honderd meter en twee verdiepingen hoog, dat werd omgeven door een brede gracht.
Na een zware storm in 1836, werd een gedeelte van de westzijde van het gebouw en het hele dak zwaar werd beschadigd, bestond het gebouw (na renovatie) uit één verdieping.
Het dak was gedekt met rode pannen. De toegangspoort bevond zich aan de noordzijde. Het hoofdgebouw bevatte dertig zalen. Eerst waren er 24 woonzalen, voor ongeveer duizend bedelaars. Toen de Maatschappij op 1 februari 1823 een contract voor tweehonderd extra bedelaars had afgesloten, werden zes zalen - waar eerst gewerkt ,verpleegd en schoolgegeven werd - alsnog tot woonzalen omgedoopt. Tussen de zalen waren de woningen voor de zaalopzieners. Deze woningen waren zo ingericht dat ze goed zicht hadden op de zaalbewoners. Vast aan deze woningen zaten de keukens die aan de buitenkant uitgebouwd zijn. De zaalopzieners woonden dus aan de binnenkant.
Verder waren er in het hoofdgebouw woningen aanwezig voor de onderdirecteur bij het beheer, de fabrieksbaas, de boekhouder en de winkelier. Op de zolder stonden weefgetouwen. Aan de buitenzijde had het gebouw, met uitzondering van de keukens, geen ramen en deuren. De deuren en ramen aan de binnenzijde van het gebouw kwamen uit op een groot binnenplein, dat door een houten hek in tweeën werd gedeeld. Zo werden de mannen en vrouwen van elkaar gescheiden gehouden. Het linker gedeelte was bestemd voor de mannen en het rechter gedeelte voor vrouwen en kinderen, gezien vanaf de noordzijde.
Aan elke zijde stond een vrijstaand gebouw met werkzalen. Op het mannengedeelte weef- en spinzalen en het kantoor en magazijn van de fabrieksbaas. Op het vrouwengedeelte een weverij en een spinzaal. Ook was er een huisje, waarin men kokend water voor de koffie verkocht , en een touwslagers-loods gebouwd. Het hoofdgebouw is in 1907 afgebroken, maar in de ondergrond zijn nog de fundamenten te vinden, ook van de andere gebouwen die op het terrein aanwezig waren.